In de nieuwste uitbreidingswijk Wekerom Oost, het Martinuserf, zijn drie sferen leidend geweest in de architectonische uitwerking van de woningen. Tezamen vormen ze een ensemble van gebouwen en woningen die de geschiedenis van Wekerom vertellen, maar in architecturale uitwerking sterk van elkaar verschillen.
Deze nieuwe uitbreidingswijk van Wekerom rijd je binnen via Het Boerenerf. De traditionele verdeling tussen de boer en boerin is hier terug te zien in een boerenerfinrichting. De voor- en achterkant worden nog altijd door een denkbeeldige lijn tussen de verschillende gebouwen van elkaar gescheiden. De architectuur is te herkennen aan een landelijke boeren sfeer waarbij wolfseinden en het gebruik van hout in de gevel kenmerkend zijn.
Vervolgens ontwikkelde Wekerom zich in een bedrijvigheid die zich kenmerkt in de jaren ’50 door de wederopbouw van Nederland, het is ook een tijd van vernieuwing. Bedrijven als Philips en ENKA groeien landelijk enorm en bouwen nieuwe fabrieken waarbij de architectuur in hoofdlijn sober was, met als uitzondering de poortgebouwen. In Wekerom zien we dit terug door de komst van de kazerne en coöperatie de Valk.
Deze poortgebouwen zijn te herkennen aan een robuuste bakstenen uitstraling waarbij er een rijkheid van metselwerkdetails wordt afgewisseld door betonnen elementen.
Om nieuw personeel aan te trekken wordt er huisvesting voor de nieuwe medewerkers gebouwd. Daarom vinden we in de kern van het plangebied het ambacht. Een typisch kenmerk voor het dorp Wekerom. Dit gebied wordt omringd door de woningen zoals beschreven in de bedrijvigheid van de jaren ‘50. De architectuur van het ambacht kenmerkt zich door loodsen. De loodsen hebben een eenvoudige vorm met zadeldak. De gevels bestaan uit hoge ramen waarbij de gevelindeling bestaan uit penanten, metselwerkverspringingen en diepe neggen.
Het Boerenerf, De Bedrijvigheid (jaren ’50) en de Loodsen. Deze drie sferen samen vormen de geschiedenis van Wekerom
